Het is vakantietijd. De trein waarmee ik dagelijks naar Zeist reis, is niet zo druk en ook de kerkdiensten zijn minder druk bezocht. Maar: het is ook Augustusmaand - Hernhuttermaand.

Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven. (Mattheus 11:28 / leerwoord 10 juni 2015)

Hoe zal dit woord uit het Nieuwe Testament (leerwoord) in de oren van een bootvluchteling op de Middellandse Zee klinken of met de ogen van een vluchteling te gelezen worden, die in een opvangcentrum in Nederland zit en weet dat hij teruggestuurd wordt in een onveilige omgeving: "Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven." (Mattheüs 11:28)

Een impuls bij de dagteksten van 20 april in het aangezicht van honderden vluchtelingen uit Afrika,
die op de Middellandse Zee omgekomen zijn, omdat de politiek in Europa niet afdoende handelt:

Ieder die vraagt ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan. Mat. 7:8

God hanteert duidelijk andere maatstaven dan de politiek in Europa.

Dit is het volk dat Ik Mij gevormd heb,
het zal mijn lof verkondigen (Jesaja 43:21) (dagwoord voor 1e paasdag 2015)

In Suriname gaat men met Pasen de straat op om de paasboodschap aan alle mensen in de stad te verkondigen – zo heb ik mij laten vertellen. In de Europees-Continentale Provincie gaan wij in veel gemeenten in de vroege ochtend van de 1e paasdag eveneens de straat op – namelijk naar de Godsakker (of begraafplaats) om de boodschap van de opstanding van Jezus ten overstaan van de graven te verkondigen en ons geloof te belijden, in het gedenken van de overledenen van het afgelopen jaar.

Het dagwoord voor zaterdag 7 februari 2015

Wat de HEER voorschrijft is goed, een vreugde voor het hart. (Psalm 19:9 Willibrordvertaling)

De meeste van ons hebben niet zoveel met voorschriften. Velen van ons vinden het lastig, als de overheid ons een termijn geeft om bijvoorbeeld onze belastingpapieren in te dienen – steeds weer komen we er pas op het laatst eraan toe – als we maar meer tijd hadden. We houden er niet van, als een bord langs de straat ons voorschrijft om langzaam te rijden, terwijl we juist haast hebben. En als we in de trein in een stiltecoupé terecht zijn gekomen en we gevraagd worden ook echt stil te zijn, dan hebben we de neiging ons op te winden over de bekrompenheid van de medereiziger. Herkent u dat?