David en de Israëlieten dansten vol overgave voor God, begeleid door zang en muziek van lieren, harpen, tamboerijnen, cimbalen en trompetten. (1 Kronieken 13:8)
Waarom dansen wij niet op de kerstavond? Zoals David en de Israëlieten dansten op het moment, dat ze de ark van het verbond, de woonplaats van God, naar huis haalden, naar Jeruzalem.
Waarom dansen wij niet op de kerstavond, wanneer wij vieren, dat God naar ons toe is gekomen, dat de wereld zijn woonplaats is geworden? Waarom dansen wij niet, nu wij opnieuw mogen weten, dat elk onderkomen van een vluchteling, elk thuis van een arme familie, elke gemeenschap waar mensen in nood verkeren, maar ook van elkaar houden, een plaats is waar God thuis is?
Waarom dansen wij niet om de boodschap uit te dragen, dat God niet te scheiden is van deze wereld?
De wereld ziet er niet zonder meer naar uit. Wij beleven in deze dagen veel ellende, via de televisie komt het allemaal onze woonkamers binnen: geweld in Syrië en Irak, honger en onzekere tijden in Soedan, woede en angst in Palestina en in Israël, een stroom van vluchtelingen, die onze kant uit komt. En dan onze eigen problemen (die in vergelijking misschien klein zijn, maar ons toch bezig houden): ziekte, ruzie in de familie, jonge mensen zonder perspectief, economische crisis, werkeloosheid ...
Waar kunnen wij zien, dat God in deze wereld woont, dat Hij ons nabij is?
Je kunt het niet zien, niet bewijzen. Wie geloofd de herders, dat God nabij is in de geboorte van een kind in een stal? Wie kan bewijzen, dat de liefde van God zichtbaar wordt door een man, die sterft aan het kruis?
Wij kunnen het niet zien en niet bewijzen. Maar wel geloven. En als we het geloven, dan zien we de tekenen van Gods nabijheid in een ieder, die geeft om een andere, die geen haat zaait en geen oorlogstaal spreekt. Dan zien wij God spreken in allen, die het verhaal doorvertellen van het kind in de voederbak en de man aan het kruis.
De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd. (Lucas 2:20)
Wij wensen u allen een gezegend kerstfeest. Wan switi kresneti!