Een preek op 1e kerstdag in tijden van Corona,
in de Evangelische Broedergemeente Haaglanden.
In verband met de maatregelen is deze preek als audio verstuurd:
Beste zusters en broeders,
Hoe welkom is de vreugdebode … (Jesaja 52:7)
Jeruzalem is in rep en roer: een bode uit het verre Perzië komt en verkondigd,
dat de ballingen uit Babylonië terug mogen keren
en dat er toestemming is gegeven om de tempel weer op te bouwen.
De wachters verheffen hun stem, samen barsten ze uit in gejuich … (Jesaja 52:8)
Een vreugdebode, wachters die uitbarsten in gejubel …
een lange tijd van ellende komt tot een einde.
Over de ruïnes van Jeruzalem klinkt gejubel. (Jesaja 52:9)
Een kerstevangelie uit het Oude Testament,
dat ook nog eens spreekt in onze situatie vandaag:
Ook wij wachten immers op de vreugdebode
die ons verkondigd, dat de pandemie ten einde is,
dat de vaccins en de afstandsregels hun werk hebben gedaan.
Dat we terug kunnen keren naar het leven van voor Corona.
Hoe welkom is de vreugdebode … (Jesaja 52:7)
Maar er is geen weg terug:
Niet voor de Joden in de tijd na de ballingschap
en niet voor ons.
Wij zijn veranderd door de tijd van Corona,
evenals de Joden toen veranderd waren.
Ze hadden een nieuw leven leren kennen:
onder mensen van een vreemde cultuur en religie.
Ze hadden geleerd zonder tempel
en ver van het Heilige Land toch Joden te blijven,
hun God te dienen.
Ze waren veranderd.
En dat merkten de mensen,
die in het land gebleven waren al snel.
Ook wij zullen naar het einde van de pandemie niet meer dezelfde mensen zijn,
niet meer dezelfde samenleving en ook niet meer dezelfde kerk als voor die tijd.
We weten nog niet hoe dat eruit zal zien.
Maar een weg terug naar de tijd voor deze ingrijpende ervaring zal er niet zijn.
We moeten vooruit, naar een onbekend land, naar een toekomst die wij nog niet kennen.
Dat was toen de opdracht ook voor het volk Israël:
er kwam een nieuwe tijd met nieuwe uitdagingen en nieuwe mogelijkheden.
Maar aan het begin van deze nieuwe tijd klinkt een blijde boodschap
De centrale boodschap van de vreugdebode is:
… de HEER keert terug naar Sion. (Jesaja 52:8)
God is nabij.
Als Hij dan ooit weg is geweest (sommige zeiden dat toen)
dan kun je nu weer zien, dat Hij nabij is.
De mensen van toen zagen de aanwezigheid van God in de tempel
en sommigen begrepen de wederopbouw als teken,
dat God terugkeert naar Israël, naar Jerusalem.
Met kerstmis, heeft de engel aan de Herders verkondigd:
Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden
dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt.’ (Lucas 2:12)
De geboorte van een klein kind onder erbarmelijke omstandigheden
als teken voor de aanwezigheid van God.
Herders – niet de meest gerespecteerde mensen in die tijd –
als de eerste die het mochten horen en later een stel buitenlandse magiërs.
… de HEER keert terug naar Sion. (Jesaja 52:8)
De Heer is nabij in de wereld waarin wij leven.
Hij kiest voor de mensen.
Hij kiest juist voor degenen, die benadeeld zijn
of die wij wantrouwend bejegenen.
Waar kunnen wij God vandaag ontmoeten,
juist als wij niet naar de kerk kunnen gaan,
als wij niet in de gemeente samen kunnen komen.
God is daar waar mensen leven, midden in hun leven van alledag.
Bij de ballingen die terugkeren uit Babylonië,
bij degenen, die de ruïnes van Jeruzalem weer opbouwen.
Hij is
bij de herders op het veld,
bij Maria en Jozef in de stal,
bij de magiërs op hun reis.
… de HEER keert terug naar Sion. (Jesaja 52:8)
God is nabij,
daar waar wij vandaag (in kleine kring) kerstmis vieren.
Hij is juist ook daar waar mensen eenzaam zijn,
en Hij is op de Intensive Care,
waar verplegers en artsen om het leven van patiënten vechten.
Maar God is ook bij de vluchtelingen op hun gevaarlijke reis,
Hij is in de vluchtelingenkampen op Lesbos en in Malawi.
Hij is bij de truckers die in Engeland op de reis naar huis wachten.
Hoe welkom is de vreugdebode … (Jesaja 52:7)
die ons dat vertelt. Blijde boodschap, evangelie – kerstevangelie.
Maar de vreugdebode heeft nog een andere boodschap,
niet alleen dat God nabij is, dat Hij weer zichtbaar wordt in Jeruzalem.
Ook dit hoort erbij:
Je God is koning! (Jesaja 52:7)
Steeds weer horen wij de laatste weken en maanden,
dat wij de aanwezigheid van het virus serieus moeten nemen
en ernaar handelen. En ja, dat is belangrijk!
De vreugdebode van vandaag roept ons op om vooral ook
de aanwezigheid van God in ons midden serieus te nemen
en ernaar te handelen.
En dat is net zo belangrijk!
Wij mogen elkaar besmetten met de vreugde van kerstmis,
de vreugde over de aanwezigheid van de levende God.
(Dat kan heel goed ook op afstand)
Maar voor de mensen toen in Israël aan het einde van de ballingschap
betekende het koningschap van God nog meer:
De mensen worden opgeroepen om de ruïnes van Jeruzalem
en van de tempel ook daadwerkelijk weer op te bouwen.
Jeruzalem moet weer een stad worden,
waar men God kan ontmoeten,
waar feest gevierd kan worden,
waar gebeden opstijgen tot de God, die nabij is.
Ook wij zullen straks, wanneer deze pandemie voorbij is,
de ruïnes weer op moeten bouwen:
Relaties, die onder druk gekomen zijn,
de economie in ons land,
onze samenleving als een gemeenschap
van vrijheid en verbondenheid.
Ja, en ook onze kerk zullen we opnieuw gestalte moeten geven.
En nogmaals: wij zullen niet gewoon terug kunnen naar de oude tijden.
Er komen nieuwe uitdagingen.
Dat wordt nogal een klus!
We zullen ons moeten vragen:
Wat hebben we geleerd uit de Coronatijd?
Waar hebben we gefaald in deze periode?
Wat kunnen we meenemen en straks beter doen?
Onze kerk moet weer een gemeenschap worden,
waar men God kan ontmoeten,
waar feest gevierd kan worden,
waar gebeden opstijgen tot de God, die nabij is.
Dat wordt nogal een klus!
Maar we doen het niet alleen.
God is nabij. Hij wil onder ons wonen.
Ik wens u allen een gezegend kerstfeest
en een straks veel kracht en moed
bij de gezamenlijk klus als wij de ruïnes weer opbouwen. Amen.