Deze preek werdt door br. Christoph Reichel uitgesproken tijdens de digitale conferentie "Broedergemeente for Future" in het kader van het conciliair proces voor vrede, gerechtigheid en heelheid van de schepping 23 - 25 oktober 2020.
Beste zusters en broeders,
ik lees u de tekst voor deze zondag. Hij staat in Marcus 2,23-28:
Eens liep hij op een sabbat tussen de korenvelden door. Zijn leerlingen gingen de velden in en begonnen aren te plukken. „Kijk eens!“ zeiden de Farizeeën tegen hem. „Waarom doen ze iets dat op sabbat niet mag?“ Maar hij antwoordde: „Hebt u dan nooit gelezen wat David deed toen hij en zijn metgezellen gebrek leden en honger hadden? Hij ging het huis van God binnen – Abjatar was toen hogepriester – en at van de toonbroden, waarvan alleen de priesters mogen eten. En hij gaf ze ook aan zijn mannen te eten.“ En hij voegde eraan toe: „De sabbat is er voor de mens, en niet de mens voor de sabbat; en dus is de Mensenzoon ook heer en meester over de sabbat.“
Op het eerste gezicht lijkt het verhaal duidelijk. De Farizeeën hebben alleen de wetten en geboden op het oog. In hun wettelijkheid snappen ze niet welke behoefden de mensen hebben. Jezus echter heeft de mens op het oog met zijn behoefden. Daarom heeft hij geen probleem ermee om het sabbatgebod te breken. Hiervan uitgaande zou je nu kort door de bocht de conclusie kunnen trekken dat al de geboden en tradities – geschreven of ongeschreven - die in de kerk soms omhoog gehouden worden, aan de menselijke behoefden ondergeschikt moeten worden. Maar zo eenvoudig is het niet. Als we deze tekst lezen, moeten we eerst onszelf kritisch de spiegel voorhouden. Vanuit welk perspectief horen wij dit verhaal?
Daar denk ik ten eerste aan ons beeld van de Farizeeën, dat door een lange traditie vertekend is. Al de evangelies dragen hun deel aan de clichévorming bij. Farizeeën zijn oneerlijk, huichelaars, hoogmoedig enz. En dan is het maar één stap verder om te zeggen: zo staan de Joden tegenover Jezus. In werkelijkheid hebben wij hier echter te maken met een discussie over de uitleg van de Thora binnen het Jodendom. Mogelijk was Jezus dicht bij of zelfs deel van de beweging van de Farizeeën.
Ten tweede denk ik aan ons hedendaags beeld van de mens. Wij leven in een tijd waar de mensen zich zelf geheel en al in het centrum van het universum geplaatst hebben. Alles hebben wij aan ons ondergeschikt en geïnstrumentaliseerd voor onze behoefden: de aarde, de dieren, de zee en de hemel. Het is het tijdperk dat daarom ook „anthropoceen“ genoemd wordt. Ook de religies horen erbij; wij hebben ze aan onze behoefden ondergeschikt. Als er nog een God bestaat, is hij tot een dienaar van ons welzijn geworden: die ons onze fouten vergeeft, die ons troost en die ons van de gevolgen van ons handelen moet redden. Vanuit onze tijd gaat ons het woord van Jezus in ons verhaal heel glad en gemakkelijk in: alsof Jezus precies eist wat wij in onze tijd verwezenlijkt hebben.
Voor deze achtergrond heb ik ook wat sympathie voor de Farizeeën. Ze nemen de Thora serieus. Ze streven ernaar om de Joodse identiteit in een tijd van culturele en militaire overheersing door de Romeinen overeind te houden. De poging om de Thora niet te verwateren maar in de tegenwoordige tijd en in de context van de Romeins-hellenistische overheersing uit te leggen, is te waarderen. Begint niet juist in detailvragen het geloof af te brokkelen en zich op te lossen in vrijblijvendheid?
Het onderhouden van de sabbat is een zeer belangrijk gebod in het Jodendom, tot op de dag van vandaag. De sabbat onderbreekt het alledaagse, hij onderbreekt het doen van de mensen. De zaken rusten en de mensen rusten. En wij weten dat de sabbat ook de economie steeds weer onderbreekt: het arbeidsproces, de accumulatie van kapitaal en land, de afhankelijkheden en de uitbuiting van mensen, van land en dieren. Dit gebeurt doordat de sabbat uitgebreid wordt tot sabbatjaar om de zeven en de zeven maal zeven jaar. Tegen de verwatering van deze geboden in te gaan, is ondermeer het doel van de Farizeeën.
Hebben zij gelijk? Ik kan er iets mee. Ik zie ook in mijn omgeving hoe mensen de christelijke identiteit door een harde lijn in onze seculiere samenleving overeind willen houden. Al te duidelijk is mij nog steeds de discussie over homoseksualiteit op de Uniteitssynode voor ogen. Toen luidde het argument ook: Waarom zouden wij ons aan de verwatering van de christelijke waarden en normen, die in de Westerse maatschappij gaande is, conformeren? Moeten we dit niet het hoofd bieden om herkenbaar te blijven? Is de prijs voor de aanpassing niet het verdwijnen van het christelijke geloof? Hoezeer ik er ook moeite mee heb - het zou kunnen.
Hoe kan Jezus daar nou tegen zijn? Is hij niet zelf een voorstaander van een radicale toepassing van de Thora? Zeker gaat het hem niet om een verwatering, om vrijblijvendheid. In tegendeel, de sabbat is God heilig! En toch rechtvaardigt hij het breken van het sabbatgebod. Misschien moeten we de situatie nader bekijken waarin Jezus dit zegt. Ook al stelt Jezus het algemeen – de sabbat is er voor de mens en niet de mens voor de sabbat – zo spreekt hij toch in een bepaalde situatie. Jezuswoorden zijn nooit woorden van een dogmatisch redenerende theoloog. Het gaat hem niet om „de mens“. Hij heeft het te maken met concrete mensen, de mensen, die met hem rondtrekken. Zij hebben alles opgegeven. Ze hebben geen brood, geen zak, geen twee hemden en geen twee paar schoenen (Mc 6,9). Dus is de voorstelling die wij mogelijk zouden kunnen hebben: Ze zijn gewoon hun lunchpakketten vergeten – fout. Hier zijn mensen die arm zijn en die echt honger lijden. Ze staan voor een arme, honger lijdende wereld. Ze plukken aren die de boer heeft laten staan voor armen als zij. Daar is niets mis mee. Maar ze doen het op sabbat, dat is het probleem.
De Joodse rabbijnen kennen wel uitzonderingen van het sabbatgebod, b.v. als er levensgevaar voor mens of dier dreigt. Alleen: de honger is er niet bij. Het leed dat een samenleving mensen of dieren toevoegt, wordt over het hoofd gezien. Bij Jezus echter niet.
Jezus schijnt te willen zeggen: Lees de geboden als een woord van bevrijding voor de geschonden schepping. Lees het uit het perspectief van God die zich vereenzelvigt met de arme, met de kreunende schepping, met de lijdende aarde en wat erop leeft.
Wat heeft het verhaal ons dan vandaag de dag te vertellen? Zijn context is ons vreemd. En van de uitdagingen waar wij voor staan, kon Jezus niet eens dromen. Mij houdt wel de discussie tussen de Farizeeën en Jezus bezig. Het argument van de Farizeeën dat de geboden vrijblijvend worden als ze aan de mens en de geest van de tijd ondergeschikt worden, laat me niet los. Het stoort me aan onze manier van Christen zijn dat wij te gemakkelijk ertoe neigen om de duidelijke kanten en de weerbarstigheid van het geloof tengunste van een individuele vrijblijvendheid op te geven. Moet niet iedereen zelf weten hoe hij of zij zalig wordt? Daarom durft niemand van ons te eisen, dat we een leven zouden moeten leiden dat de schepping ontziet? Welke kerk belijdt een sabbat-economie die de dodelijke kapitalistische economie van eindeloze groei onderbreekt? Waar gedragen wij ons anders, herkenbaar anders dan de meerderheid van de samenleving? Soms zou ik willen dat onze kerk en haar leden waren, wat Helmut Gollwitzer lang geleden genoemd heeft: een „voorhoede van het leven“. Dat we niet de maatschappelijke ontwikkelingen achteraan lopen, maar ons duidelijk uitspreken tegen wapen exporten, tegen militarisme en voor vrede. In der kerk waar ik van droom, zouden we heldere standaards hebben hoe wij tegen de klimaatverandering in gaan, en duidelijke eisen aan de politiek stellen. Wij zouden ons inzetten voor een „economie voor het leven“ en dit deel van ons beleid maken.
Maar zo zal het niet komen. En ik vrees dat ook het synodevoorstel waarmee we ons achter de eisen van Fridays for Future stellen, zal falen omdat de synodeleden zich niet willen laten voorschrijven hoe hard ze op de snelweg mogen rijden. De individuele vrijheid gaat boven alles. En ik sluit me daarbij in. Ook ik heb me in mijn individuele cocon opgesloten. Maar zouden mooie, door een synode besloten statements iets te weeg brengen? Wie is erbij gebaat als we ons bij Churches for Future aansluiten? Hoeveel mooie synodebesluiten hebben wij al op weg gebracht, en wat is ervan gekomen? Ja, soms merk ik: Het gaat onderhuids toch vaak om mezelf en om ons en om onze kerk. Ik wil graag bij een kerk horen die naar mijn wensen is. En hoe vaak zijn we in werkelijkheid begaan met onze eigen toekomst als kerk, onze erfenis, ons profiel, in plaats van de toekomst van onze planeet. Natuurlijk: voor de aarde kunnen we nog minder doen dan voor onze kerk. Maar juist omdat we bezig zijn met ons voortbestaan als kerk, verliezen we mensen en we verliezen onze ziel.
Jezus is daadwerkelijk anders. Hij heeft echt de Thora op het oog als een weg ten leven, tot bevrijding van de armen. Daarom gaat het hem om de redding van de mensen die hulp nodig hebben. Zijn hele leven toont deze weg ten leven: Hij geeft zich zelf met huid en haar voor het project van de redding van de wereld. Anders dan de Farizeeën vraagt hij niet naar het behoud van de eigen gemeenschap of van zijn eigen leven. Hij neemt het op de koop toe dat hij schipbreuk lijdt.
En wij geloven dat zijn falen en zijn dood tot een redding van de wereld geworden is. Misschien wordt hij daarom „heer en meester over de sabbat“ genoemd omdat zijn schipbreuk het einde niet is. Het is een onderbreking, een sabbat in een genadeloze, dodelijke wereld. Een sabbat die een nieuwe schepping aankondigt, een vrijlating van alles wat leeft. Alleen daarom mogen we nooit opgeven. Amen.